Ontdekken en leren
Vissen en haar technieken
De vistechnieken zijn geëvolueerd. Tot 75 jaar geleden werd er in onze rivieren op zalm gevist met behulp van netten en harpoenen, ook wel gaffels genoemd. Deze visserij, die voornamelijk op commerciële basis plaatsvond, is tegenwoordig verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor andere recreatieve vistechnieken. Deze zijn nauwkeuriger en geven vissen de kans om te ontsnappen. De vismethodes variëren afhankelijk van het dieet van de vis.
Sommige vissen kunnen op meer dan één manier gevangen worden. Forellen eten bijvoorbeeld andere kleine vissen, maar houden ook van vliegen die op het wateroppervlak in gevaar zijn.
Hoewel er binnen dezelfde vistechniek variaties bestaan, worden de volgende technieken erkend :
- De bekendste en belangrijkste manier om te leren vissen : hengelvissen
- Lets technischer : vliegvissen
- Een zeer visuele vismethode die ideaal is voor kleine rivieren : tokvissen
- Een techniek die roofvissen niet onverschillig laat : werpend vissen
Soms is een vistechniek vernoemd naar slechts één vissoort: karpervissen, meervalvissen of naar een groep vissen: roofvissen (snoek, snoekbaars, baars).
Om nog meer te leren over vistechnieken, kunt u "Mijn eerste visboek" downloaden. Dit boek neemt u mee op een ontdekkingsreis door het watermilieu en de praktijk van het vissen.
Hengelvissen
Beschrijving
Deze techniek dankt haar naam aan de keuze van een locatie (een worp) om daar vissen aan te trekken met lokvoer! Onder deze term vallen verschillende technieken: vissen met lange hengel, vissen op Engelse wijze en vissen op de Bologna-methode.
Deze technieken verschillen zowel qua gebruikt materiaal als qua beoogde vissoort. Vissen met een lange hengel is een methode die veel vissers heeft geholpen hun eerste stappen in de viswereld te zetten. Op het eerste gezicht vrij eenvoudig (geen molen) en goedkoop, blijft deze techniek een van de meest beoefende. De uitrusting bestaat uit twee hoofdonderdelen: de hengel en de lijn.
Het principe van vaste stok vissen is eenvoudig. De eerste stap is het kiezen van een locatie. Deze plek wordt een "stek" genoemd. Vervolgens moet je de vis naar je stek lokken. Dat is het lokaas ! Maar het beste lokaas is niet altijd voldoende om ze te verleiden. Fijne en gevoelige lijnen zijn essentieel om hun argwaan te omzeilen.
Vaste stok vissen kent veel varianten.
Het vaste stok vissen blijft de meest populaire techniek, bij alle generaties, en kan worden beoefend in alle soorten wateren (kanaal, vijver, meer, rivier, stroom). Deze techniek is de eerste die men moet leren beheersen. Ze maakt het mogelijk om vissen zoals voorn, brasem, grondel... maar soms ook andere soorten te vangen.
Materiaal
De hengel
Er bestaat momenteel een ongelooflijke verscheidenheid aan hengelmodellen die verschillen in zowel lengte als het materiaal waarvan ze zijn gemaakt (glasvezel of carbon). Afhankelijk van de afstand waarop men wil vissen, worden twee soorten hengels gebruikt. Telescopische hengels voor een visafstand van 4 tot 5 meter en insteekhengels tot meer dan 10 meter.
Het toevoegen van een elastiek in de top van de hengel (holle top) zorgt voor extra veiligheid bij het vangen van grote vissen met zeer dun nylon. De diameter van het te gebruiken elastiek moet worden aangepast aan het gebruikte nylon (vermijd het gebruik van een dik elastiek met nylon van kleine diameter).
De vislijn
De vislijn bestaat uit een hoofdlijn, een dobber, een onderlijn, loodjes en een haak. De lijn moet worden aangepast aan de omstandigheden en het type vis dat men zoekt. De aanwezigheid van een onderlijn voorkomt dat de rest van de lijn verloren gaat bij vastzitten. Wat de dobber betreft: hoe rustiger het water, hoe lichter en slanker de dobber zal zijn. Omgekeerd zal de dobber in stromend water zwaarder en breder zijn. De loodjes helpen om de dobber in evenwicht te houden (tot net onder de antenne). Een belangrijk element bij het vaste stok vissen is de keuze van de loodverdeling, die vaak bepalend is voor succes of falen. Bij kieskeurige vissen moeten de loodjes verspreid over de lijn worden geplaatst en niet in één groep. Tot slot is ook de keuze van de haak cruciaal voor een geslaagde vissessie. De haak moet worden aangepast aan het type vis en het aas dat gebruikt zal worden. Wat de lengte van de lijn betreft: deze moet het mogelijk maken om de vis gemakkelijk in de hand te nemen terwijl men de hengel normaal vasthoudt. Voordat men echt begint met vissen, moet bijzondere aandacht worden besteed aan de voorbereiding van de uitrusting (alles moet binnen handbereik zijn) en het peilen van de bodem. Dit laatste geeft de visser inzicht in het onderwaterreliëf. Het opsporen van diepere zones kan vaak het verschil maken. Om meer vis naar de stek te lokken en daar te houden, gebruikt de visser lokvoer. Dit wordt in de vorm van ballen in het water geworpen en creëert een geurige wolk die vissen uit de omgeving aantrekt.
Vliegvissen
Beshrijving
Vliegvissen is een heel bijzondere techniek waarbij een imitatie van een vlieg of waterinsect op het water wordt "geworpen". Voor deze techniek gebruikt de visser geen klassieke vislijn, maar een aangepaste lijn (zijde) in combinatie met een specifieke hengel, waardoor hij deze extreem lichte vliegen kan "werpen".
Deze techniek is oorspronkelijk bedoeld om vissen te vangen die aan het wateroppervlak foerageren, zoals forel, vlagzalm en kopvoorn. Echter, varianten van deze methode maken het mogelijk om vrijwel alle vissoorten te bevissen, zowel witvis als roofvis.
Materiaal
Het materiaal dat voor deze techniek wordt gebruikt, is uiterst specifiek. Om met deze vistechniek te beginnen, is het raadzaam om goed onderzoek te doen en een hengel te kiezen die geschikt is.
Toc-vissen
Beschrijving
Deze techniek is voornamelijk gericht op forel en wordt beoefend in de stromende wateren van onze rivieren. Andere vissen, zoals de kopvoorn, kunnen ook met deze methode worden gevangen. Bij het “toc”-vissen wordt het aas op de meest natuurlijke manier aan de vis gepresenteerd. De naam van deze techniek komt van het feit dat de visser een klein "tok"-gevoel in de lijn ervaart wanneer een vis toehapt.
Materiaal
Het materiaal voor het vissen met de toc-techniek verschilt behoorlijk van dat voor het vaste stokvissen.
De hengel moet een lengte hebben tussen 3,50 m en 4,50 m en vrij stijf zijn om de aanbeten goed te voelen. Deze is uitgerust met een molen die enkel dient als lijnvoorraad.
Werphengelen
Beschrijving
De werpvistechniek speelt voornamelijk in op de agressiviteit van roofvissen. Werpen en vissen met een gemanipuleerde dode vis dragen een sportief, modern en natuurvriendelijk imago uit. Deze techniek combineert onderzoek en strategie met plezier en sensatie. Alles is mogelijk! Tot op het laatste moment kun je hopen op een aanbeet.
De techniek zelf bestaat uit het werpen van een kunstaas dat tot leven komt wanneer de lijn wordt binnengehaald en het aanbieden ervan met visuele signalen en trillingen op een plek waar men de aanwezigheid van een vis vermoedt. Vervolgens hoeft men enkel met verschillende animaties van het kunstaas de aanval van de vis uit te lokken.
Deze techniek vereist dus een zekere vaardigheid in het werpen en kennis van de aquatische omgeving waarin de vis leeft.
De belangrijkste vissen die je met werpen kunt vangen, zijn roofvissen zoals forel, baar, snoek en snoekbaar.
Materiaal
De hengel
Er zijn verschillende soorten werphengels voor het vissen :
- Ultra-lichte werphengels, die verschillende actieprofielen kunnen hebben en gewichten van 0,5 tot 1,5 g kunnen werpen.
- Lichte werphengels, die ook verschillende acties kunnen hebben en gewichten van meer dan 3 g kunnen werpen.
- Stevige werphengels met topactie, geschikt voor snoek en snoekbaars, die gewichten van 10 g tot meer dan 30 g kunnen werpen.
- Hengels voor het vissen met dood aas, die altijd een topactie hebben voor extra stijfheid.
De lengte van de hengel is ongeveer :
- Rond de 2 meter of iets langer voor lichte worpen.
- Korter dan 2 meter voor ultra-lichte worpen.
- Ongeveer 2,50 meter voor werphengels bedoeld voor snoek en snoekbaars.
- 3 meter voor hengels voor het vissen met dood aas.
De haspel
De haspel is de aanvulling op de werphengel. Er zijn verschillende maten, omdat ze een evenwichtig geheel moeten vormen met de hengel (kies altijd de meest compacte). Hij wordt opgespoeld met nylon van 20 tot 22 honderdste millimeter diameter voor forel en baars. Voor snoek en snoekbaars wordt een sterkere lijn van 30 tot 35 honderdste millimeter gebruikt.
De kunstaas
Er zijn een zeer groot aantal kunstaas die u kunt gebruiken. De haken moeten goed scherp zijn.
Hier zijn de belangrijkste vertegenwoordigers :
- Draaispinners, waarvan het blad rond zijn as draait en trillingen uitzendt om de vis aan te trekken. Dit is het meest gebruikte type; houd er altijd rekening mee dat het niet de honger is, maar de agressiviteit die de aanval van de vis uitlokt.
- Zinkende of zwevende vis . Dit zijn harde kunstaasjes, waarvan de bekendste de Rapala's zijn.
- Zachte kunstaasjes zoals twist, shad of andere imitaties van vissen, wormen, rivierkreeften, enz.
- • Montages voor het vissen met een dood aasvisje, waarmee je een klein dood visje kunt bevesteren en tot leven kunt brengen om de illusie van een worstelende prooi te wekken. Kies montages die het visje soepel houden (de vis moet altijd vers zijn).
De keuze van het kunstaas hangt af van de vis die men wil vangen. Over het algemeen geldt: hoe groter de vis, hoe groter het kunstaas. Als de vissen aan de oppervlakte jagen, is het beter om oppervlaktekunstaas of zeer licht drijvend kunstaas (zoals een zwevende vis) te gebruiken. Als er geen zichtbare activiteit van de vis is, kiest men beter voor zwaarder kunstaas om de bodem af te zoeken, waar de vissen zich bevinden (zoals een zinkende vis, dood aas met de hand bespeeld, softbaits, lepels, enz.).
Wartels
Voor forel en baars gebruiken we zwarte tonwartels van maat 18, 20 of 22. Voor snoek kiezen we wartels van maat 3 en iets kleiner voor snoekbaars.
Roofvissen
Deze term verwijst naar vissen die zich voeden met het vlees van andere vissen. Er zijn vijf roofvissen: de meerval, de snoek, de snoekbaars, de baars en de black bass (weinig of niet aanwezig in België).
De vistechnieken die worden gebruikt om roofvissen te vangen, zijn talrijk: vissen met levend aas (allemaal), vissen met dode vis op de bodem (snoek en snoekbaars), werpvissen (allemaal), vissen met levend aas (snoek, snoekbaars en meerval), vissen met natuurlijk aas (baars) en vliegenvissen (snoek, black-bass en baars).
De aanwezigheid van scherpe tanden bij de snoek en de snoekbaars zorgt ervoor dat de visser een staaldraad of kabel onderlijn moet gebruiken om te voorkomen dat de lijn breekt bij het binnenhalen van de vis.
Karper vissen
Vaak beoefend met hengels voorzien van een molen, wordt karpervissen ook beoefend met een lange telescoophengel voorzien van een elastiek. Hoewel de meeste vissers specifiek hun stek aas geven om karper te vangen, is deze stap niet verplicht.
Voor het vissen met de lange hengel is de montage van hetzelfde type als die gebruikt voor de hengeltechniek 'vissen met dobber'. De nylonlijnen, dobbers en haken moeten echter aangepast worden aan de karper. Wat betreft het vissen op karper met een hengel en molen, is dit voornamelijk een bodemvissingstechniek. In dit geval worden de volgende aassoorten vaak gebruikt: maïs, zaden, boilies, enzovoort.
De boilies zijn kleine, zeer geurige balletjes, rijk aan eiwitten en voornamelijk op basis van eieren en meel (caseïne, lactalbumine, soja, maïs, vis, enz.). Deze worden in het visgebied gegooid om de karpers aan te trekken.
De hengel zal bij voorkeur massief en steviger zijn, de molen zal robuust zijn en bevat lijn van grotere diameter. Er bestaan ook verschillende hulpmiddelen die het beoefenen van dit type vissen vergemakkelijken: opstelling van de hengels in 'batterij', geluids- en lichtsignaal bij een aanbeet, radiogestuurd bootje voor het plaatsen van de lokstof, enz. Wanneer de karpers actief
aan de oppervlakte zijn, is het mogelijk ze te vangen met een 'drijvend' aas dat aan de haak wordt bevestigd op een lijn zonder lood, voorzien van een buldo (soort ronde plastic dobber die we met water vullen afhankelijk van de afstand waarop we willen vissen).
Hoewel alle vormen van vissen plaatsvinden tussen zonsopgang en zonsondergang, is nachtvissen op karpers op bepaalde plaatsen toegestaan.
Rivierkreeften vangen
De Rivierkreeften in Wallonië
Inheemse rivierkreeft
De rode rivierkreeft (Astacus astacus L.) is de enige inheemse rivierkreeftsoort in Wallonië. Aangezien deze soort bedreigd is, worden er beschermingsmaatregelen genomen door heel Europa. In Wallonië is het vissen op deze rivierkreeft strikt verboden. Het aantal exemplaren is afgenomen door de verspreiding van de rivierkreeftpest, die via het water en exotische rivierkreeften wordt overgedragen.
Exotische rivierkreeften
Vier exotische rivierkreeft soorten reproduceren zich in Wallonië: de Turkse rivierkreeft (Astacus leptodactylus), de kleine Amerikaanse rivierkreeft (Orconectes limosus) en de rivierkreeft uit Louisiana (Procambarus clarkii).
Welke vergunning kiezen ?
Voor het vissen op rivierkreeften met een hengel vanaf de waterkant of voor het gebruik van rivierkreeften netten is een visvergunning van type A voldoende.
Er mag maximaal vijf rivierkreeften netten tegelijk worden gebruikt. De grootste afmeting van de rivierkreeften netten mag niet meer dan zestig centimeter bedragen.
In welke periode kan men de rivierkreeft vissen ?
Inheemse rivierkreeft
De enige inheemse rivierkreeft is de rode voet rivierkreeft (Astacus astacus L.), waarvan de vangst strikt verboden is.
Exotische rivierkreeften
Alleen de vangst van exotische rivierkreeften is toegestaan in Wallonië. Turkse rivierkreeften of met slanke poten, Amerikaanse rivierkreeften, Louisiana-rode rivierkreeften en signaalrivierkreeften vallen onder groep 4. De vangst van deze soorten is het hele jaar door toegestaan in rustige en gemengde waterzones. In de stromende waterzones is de vangst van exotische rivierkreeften toegestaan van de eerste zaterdag in maart tot en met 30 september.
Minimale vangstmaat
Exotische rivierkreeften
Voor exotische rivierkreeften is er geen wettelijke maatstaf vastgesteld. Er bestaat geen maximaal aantal vangsten voor exotische rivierkreeften
Laatste update: 11 september 2025
